Voor u ligt de Kadernota 2025-2028. De kadernota presenteert een beleidsperspectief en het financiële beeld voor 2025 en de volgende jaren. Daarbij wordt aangesloten bij de opzet en de indeling van het Bestuursakkoord 2022-2026.
Beleidsperspectief: extern en intern perspectief in beeld gebracht
Voor het schetsen van het beleidsperspectief gaan we uit van externe en interne ontwikkelingen. Externe ontwikkelingen zijn die vraagstukken die voortkomen uit de eisen en wensen van de Scherpenzeelse samenleving. Maar ook valt te denken aan het opvangen van (extra) taken vanuit de overheid en het doorvoeren van wetswijzigingen, zoals de Omgevingswet, juridische hervormingen, de hervormingsagenda Jeugd, integraal zorgakkoord etc., waarbij evenredig extra geld voor de gemeente geen vanzelfsprekendheid is. Ook kunnen we niet om (urgente) vraagstukken op het gebied van bijvoorbeeld wonen, klimaat, energie (netcongestie) en landelijk gebied heen. De interne ontwikkelingen slaan op de doorontwikkeling van de organisatie die we afstemmen op die externe ontwikkelingen.
Externe en interne ontwikkelingen in balans brengen
Vanuit een zelfstandig profiel zijn we scherp op het in balans brengen van deze externe en interne ontwikkelingen, zodat we datgene wat vereist en gewenst is voor Scherpenzeel ook kunnen realiseren. In dit beleidsperspectief vindt u daarom naast een inspanning voor inhoudelijke thema’s en vraagstukken ook een inspanning voor het op peil brengen van onze ambtelijke organisatie, zodat de stap kan worden gemaakt naar het “bestendigen” van de organisatie (na het doormaken van de voorgaande fasen van “stabiliseren” en “opbouwen” in de organisatieontwikkeling). Daarbij houden we rekening met de context van een krappe arbeidsmarkt en de uitdaging van het vinden en behouden van geschikt personeel voor de grootte van onze gemeente.
Financieel perspectief
Het inhoudelijk beleidsperspectief kent een financiële vertaling. Het financiële perspectief wordt ook bepaald door ontwikkelingen rondom het gemeentefonds. De VNG had al advies uitgebracht over de financiële verwerking van het ravijnjaar, en half april kwam daar de Voorjaarsnota van het Rijk overheen. Deze nota bevatte goed en slecht nieuws. Het goede nieuws was de definitieve afschaffing van de opschalingskorting, het slechte nieuws betrof het naar voren halen van de invoering van de nieuwe financieringssystematiek (oorspronkelijk gepland vanaf 2027) en het deels naar voren halen van het ravijnjaar van 2026 naar 2025.
In deze kadernota hebben we conform het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een zo reëel mogelijke begroting opgesteld. Vervolgens hebben we voorstellen gedaan voor ombuigingen en maximalisering van de baten.
Hiermee reduceren we het tekort van de ravijnjaren 2025 en 2026. Met doorvoering van de benoemde opties realiseren we vanaf 2025 weer een positief resultaat. In paragraaf 15.13 staat het totale effect weergegeven op de meerjarige saldi.
Doorvoering van de ombuigingen heeft wel invloed op de ambities en mogelijkheden die we de komende jaren hebben.
Stevige uitdagingen die vragen om een toekomstvisie voor de gemeente
Nu en ook de komende jaren staan we dus voor verschillende stevige uitdagingen vanuit een complex van externe, interne en financiële ontwikkelingen. Het zijn ook ontwikkelingen waar we simpelweg niet omheen kunnen: we kunnen het niet negeren of de aanpak daarvan langer uitstellen. De urgentie is simpelweg (te) hoog op het gebied van wonen, klimaat, landbouw, energie en zorg.
In het oplossen van deze uitdagingen schuilt een risico: de neiging om (het oppakken van) vraagstukken te stapelen vanuit verschillende (beleids-)velden. Dat is allerminst effectief en efficiënt. En daar zit een stevige grens aan door beperkte middelen, menskracht, energie en tijd. Met het stapelen bestaat er mogelijk ook de neiging om op steeds meer onderdelen steeds iets minder te doen om op zoveel mogelijk terreinen maar iets te kunnen blijven doen. En ook daarin schuilen risico’s: op inhoud en op imago.
Om doelgericht te kunnen blijven werken en weg te blijven van het “stapelen” van vraagstukken, is het aanbrengen van meer regie, coördinatie en integratie van vraagstukken vanuit verschillende (beleids-)velden een goede aanpak.
We houden daarbij ook rekening met het adagium van minder (gemeentelijke) regels en meer vertrouwen.
Bij elkaar levert dat de meeste kwaliteit op voor ons dorp, en het vraagt om richting en focus. Een toekomstvisie voor onze gemeente biedt daarin de sleutel.
Toekomstvisie
Een toekomstvisie is overkoepelend en geeft richting aan de hoofddomeinen van Leefomgeving, Sociaal Domein, Dienstverlening en Bedrijfsvoering. We komen daarom binnenkort met een procesvoorstel voor deze toekomstvisie, waarbij we aansluiten bij andere visies die we opstellen, zoals de omgevingsvisie, centrumvisie, mobiliteitsplan, warmtevisie en woon-zorgvisie.
Meicirculaire
Het Rijk heeft op dit moment de meicirculaire over de algemene uitkering uit het gemeentefonds 2024 nog niet gepubliceerd. We hebben de voorliggende kadernota daarom gebaseerd op de decembercirculaire 2023. We verwachten dat we wel over de meicirculaire beschikken op het moment dat de gemeenteraad deze kadernota behandelt. We informeren u dan zoals gebruikelijk uitgebreid via een afzonderlijke memo over de gevolgen van die meicirculaire 2024. Dat memo geeft ook aan welke gevolgen de meicirculaire heeft voor het financieel beeld uit deze kadernota.
Leeswijzer
De Kadernota 2025-2028 is opgezet volgens de indeling van het bestuursakkoord 2022- 2026, daarna volgen de uitgangspunten voor de begroting, het meerjarenperspectief, de risicoparagraaf, het advies van de VNG en de financiële effecten per programma. Ten slotte wordt een eerste inventarisatie voor ombuigingen en extra baten gegeven. Voor deze hele kadernota geldt dat in de toelichtingen genoemde bedragen met een – teken ervoor hogere lasten of lagere baten betekenen en een negatief effect op het resultaat geven, positieve bedragen in de toelichtingen betekenen hogere baten of lagere lasten en geven een positief resultaat weer.
Technische mutaties
In deze kadernota zijn ook zogenoemde technische mutaties opgenomen. Dit zijn mutaties die per saldo nul zijn, maar alleen betrekking hebben op verschuivingen binnen taakvelden en/of programma’s.