Voor de komende Begroting 2025-2028 heeft de VNG wederom een advies uitgebracht aan de gemeenten. Dit advies luidt in het kort:
- Bereid ombuigingen voor waartoe in uw gemeente besloten zal worden indien de korting van € 3 miljard vanaf 2026 niet wordt teruggedraaid of verzacht. Breng deze zo goed mogelijk in kaart, maar zet ze nog niet in gang.
- Presenteer deze gevolgen financieel én inhoudelijk zo scherp mogelijk.
- Betrek daarbij het advies van de Taskforce Taken en Middelen, die aangeven vooral te focussen op taken in medebewind. We realiseren ons dat dit voor elke gemeente een eigen afweging vraagt, die tot andere keuzes kan leiden.
- Beschrijf in ieder geval de 5 meest significante ombuigingsmaatregelen, hun consequenties en het taakveld dat daarmee geraakt wordt.
Overwegingen van de VNG bij het advies
We realiseren ons dat op dit moment in vrijwel alle gemeenten gesprekken over mogelijke ombuigingen worden gevoerd. We willen er echter ook op wijzen dat de gesprekken vanuit de VNG met het demissionaire kabinet over de kortingen vanaf 2026 nog niet zijn afgerond. Ook heeft de ALV op 1 december onze inzet voor afspraken met het nieuwe kabinet vastgesteld. Daarin staan duidelijke randvoorwaarden: de opschalingskorting moet worden afgeschaft, de korting op het accres moet worden hersteld en er moet een goede afspraak komen over de groei van het gemeentefonds, die rekening houdt met de ontwikkeling van de zorgkosten. De financiële situatie voor gemeenten is daarmee het best te omschrijven als ‘prepare for the worst, hope for the best’. Het is verstandig om na te denken over maatregelen, tegelijkertijd willen we voorkomen dat gemeenten te vroeg onnodige en onomkeerbare ombuigingen in gang zetten. De lopende kabinetsformatie en de demissionaire status van het huidige kabinet maken het lastig om een inschatting te maken op welk moment exact meer duidelijkheid is te verwachten. Met het demissionaire kabinet is afgesproken in april opnieuw te overleggen over het schrappen van de opschalingskorting. Daarmee zou de korting van € 3 miljard met € 675 miljoen worden verminderd. Van kabinetszijde is daarbij wel aangegeven dat besluitvorming afhangt van de stand van zaken van de kabinetsformatie en de bredere financiële context. Pas na het verschijnen van de meicirculaire ontstaat dus duidelijkheid over de opschalingskorting.
Voorjaarsnota Rijk
Half april verscheen de Voorjaarsnota van het Rijk. De uitkomst daarvan is:
2024: + 120 mln.
2025 -/- 960 mln.
2026: + 217 mln.
2027: + 118 mln.
2028: + 155 mln.
2029: + 152 mln.
De opschalingskorting wordt definitief geschrapt vanaf 2026 (+ 675 mln. structureel). Het ministerie van Financiën reserveert extra geld voor de oplopende kosten van de Wmo. De nieuwe financieringssystematiek gaat al dit jaar (2024) en niet pas in 2024. Voor 2024 worden de effecten hiervan gecompenseerd. Maar in 2025 volgt een forse korting voor gemeenten, waardoor een deel van het ravijnjaar in 2025 valt.
De VNG stelt voor
- Stel een reële meerjarenbegroting 2025-2028 op.Breng allereerst, in lijn met het advies vorig jaar, de begroting zo reëel mogelijk in beeld. Dat zal naar verwachting tot een tekort leiden vanaf 2025, waardoor er ombuigingen zullen moeten worden voorbereid.
- Breng de maatregelen in beeld die nodig zijn om het tekort dat optreedt bij een reële begroting 2025-2028 te mitigeren, met zowel de financiële als inhoudelijke consequenties.
De Taskforce Taken en Middelen onder leiding van Rinnooy Kan biedt in haar bericht en advies 3 mogelijkheden om met de korting om te gaan:
- (deels) dichten door het verhogen van de OZB;
- bezuinigingen op autonome taken;
- bezuinigingen op medebewindstaken.