OZB
De OZB is in Scherpenzeel de afgelopen jaren - naast een inflatiecorrectie - verhoogd, maar we lopen nog niet uit de pas met andere gemeenten. Ook is het goed om de stijging te bezien in het licht van de inflatie.
Jaar | Inflatie | Perc OZB |
---|---|---|
2021 | 2,7% | 6,0% |
2022 | 10,0% | 6,0% |
2023 | 3,8% | 2,5% |
2024 | nnb | 6,0% |
Bron cijfers inflatie: 6. Inflatie | CBS |
In de begroting is ook in 2025 een verhoging van 6% verdisconteerd en vanaf 2026 wordt uitgegaan van jaarlijks 2,5% stijging. Waarbij ook al rekening is gehouden met areaaluitbreiding. Een verhoging van wederom 6% in 2026 levert € 87.000 op in 2026, oplopend tot 91.000 in 2028. Hierbij wordt uitgegaan van een verhoging van 2,5% in 2027 en 2028. Omdat het advies van de VNG is om concrete ombuigingen te benoemen, maar deze nog niet te effectueren, kan ook een sterkere stijging van de OZB voorgesteld worden. Voor de jaren 2027 en 2028 wordt gekeken naar een extra verhoging van de OZB indien dat noodzakelijk i s.
Verhoging toeristenbelasting
De toeristenbelasting was de laatste paar jaar onveranderd op € 1,87 per nacht. In de komende Kadernota wordt de toeristenbelasting in elk geval geïndexeerd met de (voorlopige) prijsindexatie van 2,2% voor 2025. Ter vergelijking de tarieven van omliggende gemeenten:
Gemeente | tarief 2024 |
---|---|
Barneveld | 1,19 |
Woudenberg | 1,65 |
Renswoude | 0,75 |
Ede | 1,70 |
Leusden | 1,85 |
Utrechtse Heuvelrug | 2,83 |
Wageningen | 2,03 |
Wanneer we de toeristenbelasting verhogen naar € 2,04 (het landelijk gemiddelde voor 2024 ligt op € 2,34) en voor 2025 indexeren, levert dit jaarlijks € 14.200 extra op.
Inzet algemene reserve
Dankzij een nieuwe maatregel kunnen gemeenten vanaf 2024 reserves en overschotten inzetten voor het dekken van structurele lasten. Dit is het resultaat van overleg tussen de fondsbeheerders, de VNG, het IPO en de financieel toezichthouders. Hierdoor kunnen gemeenten vanaf 2024 het surplus in de algemene reserve (de reserve waar geen bestemming aan is gegeven) aanwenden voor het dekken van structurele exploitatielasten. Van dit vrij besteedbare deel, het surplus, mogen gemeenten 10% inzetten voor structurele lasten. Dit onder de voorwaarde dat de solvabiliteit van de gemeente groter of gelijk aan 20% is en blijft. Dit deel wordt dan tot ‘structurele baat’ bestempeld. Ook moet het weerstandsvermogen naar het oordeel van de toezichthouder (de provincie) voldoende zijn, gebaseerd op een adequate risico-inventarisatie. Het is aan gemeenten zelf of ze hun reserves daadwerkelijk inzetten. De maatregel is te gebruiken vanaf 2024.
Wij hebben een solvabiliteit van rond de 35% en kunnen daarmee een deel van de algemene reserve inzetten.
Weerstandsratio
Een paar jaar geleden hebben we als uitgangspunt een weerstandsratio van 1,5 geformuleerd. Dit betekent dat de algemene reserve plus de onbenutte belastingcapaciteit (plus post onvoorzien) 1,5 keer de omvang van de becijferde risico’s bedraagt. Een ratio van 1,5 geldt als ruim voldoende. Een ratio tussen de 1,0 en 1,4 geldt als voldoende. De afgelopen 2 jaar kwam de ratio uit op 1,3. Vasthouden aan een ratio van 1,5 vereist een hoog positief saldo voor de komende jaren. Dit leidt tot de noodzaak van extra bezuinigingen. En dat is gezien de onzekere financiële situatie ongewenst. Verlaging van de weerstandsratio betekent meer armslag.
Nieuwe kredieten wegen
Voor het onderhoud en aanpassing van de wegen in onze gemeente hebben we een aantal kredieten. Echter een deel van dit onderhoud gaat via de exploitatie, en dat is formeel in strijd met de wettelijke voorschriften voor gemeentelijke begrotingen en jaarstukken (besluit begroting en verantwoording, BBV). Op dit moment wordt in kaart gebracht welk deel van het onderhoud t.l.v. een (nieuw) krediet kan worden gebracht. Deze nieuwe kredieten leiden tot nieuwe kapitaallasten. Doordat de afschrijving 20 tot 40 jaar is, heeft dit een gunstig effect op de exploitatie. De verlaging van het exploitatiebudget voor wegen, kan dan gebruikt worden voor andere knelpunten.
Uitstel investeringen
Omdat het er naar uitziet dat het ravijnjaar of ravijnjaren (2025 en 2026) voor Scherpenzeel een dip is, zou er gekozen kunnen worden voor het uitstellen van investeringen. Uitstel van investeringen is geen bezuiniging, maar leidt tot verschuiving van kapitaallasten (afschrijvingen) naar latere jaren en dat heeft een gunstig effect op het exploitatiesaldo. De meeste investeringen de komende jaren worden echter gedekt uit de daaraan gekoppelde bestemmingsreserves. Uitstel heeft dan geen effect op het exploitatiesaldo. Wel is het redelijk te veronderstellen, dat de nieuwbouw van de Dorpsbeuk niet in 2026 (zoals nu begroot), maar in 2027 wordt gerealiseerd. Dit levert in 2027 eenmalig een voordeel op van € 78.000.
Ombuigingen subsidies
In de begroting 2024 is € 972.000 aan subsidies opgenomen. We kunnen overwegen om een deel van de subsidies te schrappen of op alle subsidies 10% bezuinigen. Dit levert dan € 97.200 op vanaf 2026. Vanaf 2027 wordt uitgegaan van een jaarlijks besparing van € 150.000, mede omdat dan ook de nieuwe situatie rondom bibliotheek hierin betrokken wordt.
Kostendekkendheid leges
Uit een eerste analyse komt, dat we op een aantal onderwerpen nog geen kostendekkende tarieven hebben. De volledige uitwerking volgt los van de besparingen voor de kadernota. Bij de omgevingsvergunningen zien we door de toename van werkzaamheden, o.a. rondom de BuitenplanseOmgevingsplanactiviteiten (bopa’s), wel concrete ruimte voor verhoging van de leges. De extra werkzaamheden worden daarmee doorbelast. Dit levert structureel € 100.000 op. In 2025 gaan we voorzichtigheidshalve nog uit van 80% hiervan aan extra baten.
Incidentele posten
Deze kadernota bevat ook een aantal incidenteel gevraagde budgetten voor 2025 en/of 2026. Deze posten kunnen via aparte raadsvoorstellen worden aangevraagd wanneer daar ruimte voor is of gedekt uit de Algemene reserve, mits deze hiervoor toereikend is. Zolang dat niet het geval is, kan besloten worden deze uitgaven niet in de begroting op te nemen. Hieronder staan de verschillende posten benoemd, waarbij verwezen wordt naar het betreffende taakveld.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
3.1 Parkeeronderzoek | 19.250 | |||
7.4 Warmteprogramma | 25.000 | |||
8.1 Integraal beleidsplan RO | 40.000 | |||
8.1 Verankeren plannen m.b.t. landelijk gebied | 37.500 | 37.500 | ||
8.1 Flexibele schil buitendienst | 33.000 | |||
Saldo | 154.750 | 37.500 | 0 | 0 |
Temporiseren ambities en oplossen binnen bestaande budgetten
Deze kadernota laat zien dat er ambitieuze plannen zijn, maar dat er mogelijk niet genoeg geld is om alles direct uit te voeren. In dat geval zullen we prioriteiten moeten stellen en kijken of bepaalde zaken getemporiseerd kunnen worden of intern opgelost met de huidige middelen en personeel. Dit vereist een zekere mate van flexibiliteit en efficiëntie binnen de organisatie en schipperen met de capaciteit. Hieronder staan de verschillende onderwerpen benoemd:
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
0.1 Makelaar inwonersbetrokkenheid | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
0.4 Informatiebeleidsplan 2025-2029 | 65.000 | |||
0.4 Traineeship | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
7.5 Toename onderhoud begraafplaats | 35.000 | 25.000 | 5.000 | |
7.5 Cap. t.b.v. achterstanden begraafplaatsbeheer | 50.000 | |||
8.1 Strategische inzet Foodvalley | 50.000 | 50.000 | ||
Saldo | 300.000 | 350.000 | 225.000 | 205.000 |
Makelaar inwonersbetrokkenheid
We kunnen ervoor kiezen om niet extra in te zetten op participatie. Dit heeft uiteraard consequenties voor onze rol als gemeente en voor wat we willen zijn .
Informatiebeleidsplan
Veel onderdelen van het Informatiebeleidsplan hangen met elkaar samen. Het is mogelijk om de invoering van een onderdeel uit te stellen naar 2027. Dit levert in 2026 € 65.000 op.
Traineeship
Door het opvangen van deze functie binnen het bestaande p-budget besparen we op de kosten. Het heeft echter wel invloed op onze inzet en rol in de regio.
Onderhoud begraafplaats
Het wegwerken van de achterstanden proberen we in 2025 op te vangen binnen de bestaande formatie. De extra benodigde inzet vanwege de uitbreiding van de begraafplaats vanaf 2026 voeren we gefaseerd in.
Strategische inzet Foodvalley
Deze inzet proberen we de eerste twee jaar op te vangen binnen de huidige formatie en door inzet van de bestemmingsreserve Foodvalley.
Taakstellende bezuiniging
Naar aanleiding van de op te stellen toekomstvisie wordt vanaf 2026 een taakstelling ingeboekt van structureel € 400.000 per jaar. Aan de invulling zal op basis van de toekomstvisie invulling worden gegeven.
Overige onderwerpen
We zien dat er mogelijk nog andere onderwerpen zijn, die de komende tijd uitgewerkt kunnen worden. Te denken valt aan:
- Onderzoek financieringsstructuur: is het mogelijk om de rentekosten te verlagen door onze financieringsstructuur aan te passen.
- Onderzoek lokale lastendruk: hoe verhoudt het totaal van onze lokale lasten zich tot de omliggende gemeenten.
- Formatiebenchmark: we ervaren steeds knelpunten, maar hoe verhoudt onze omvang zich tot die van vergelijkbare gemeenten.
- Onderzoek kansen incidentele opbrengsten: hoe kunnen wij eenmalige opbrengsten genereren. Welke eigendommen hebben we die we wellicht kunnen verkopen? Welke kansen zijn er nog meer?
- Grondexploitatie Scherpenzeel Noord: wat is er nodig om dit op te starten, zodat we ook baten in de toekomst mogelijk maken.
Financiële uitwerking van bovenstaande punten
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Saldo Kadernota 2025-2028 | -771.184 | -1.332.501 | -721.028 | -552.309 |
Raming afschaffing opschalingskorting | 250.000 | 250.000 | 250.000 | |
15.1 Verhoging OZB | 0 | 86.786 | 88.945 | 91.169 |
15.2 Maximering toeristenbelasting | 14.200 | 14.200 | 14.200 | 14.200 |
15.3 Inzet Algemene reserve | 240.000 | |||
15.6 Uitstel investeringen | 78.108 | |||
15.7 Ombuigingen subsidies | 97.200 | 150.000 | 150.000 | |
15.8 Kostendekkendheid leges | 80.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
15.9 Incidentele posten | 154.750 | 37.500 | 0 | 0 |
15.10 Temporiseren ambities | 300.000 | 350.000 | 225.000 | 205.000 |
15.11 Taakstelling | 0 | 400.000 | 400.000 | 400.000 |
Saldo | 17.766 | 3.185 | 585.225 | 658.060 |
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 9 juli 2024.
B.S. van Ginkel-Schuur M.C. Teunissen-Willemsen
Griffier voorzitter